Kerstkoffie maken begint met het zetten van een stevige kop koffie. Je wilt dat deze goed heet is, omdat dat helpt om alle smaken straks mooi met elkaar te laten mengen. Terwijl de koffie nog pruttelt, verwarm je in een klein pannetje de cacao, suiker en een klein scheutje koffie. Roer dit rustig tot er een glad mengsel ontstaat. Dit zorgt ervoor dat de cacao zich goed oplost en geen klontjes vormt.
Voeg daarna de rest van de koffie toe en breng het geheel heel zacht aan de kook. Dit hoeft maar kort, het gaat vooral om het loslaten van de geurige oliën uit de sinaasappelschil. Leg daarom een stukje schil in de pan en laat dit twee tot drie minuten mee verwarmen. Je zult merken dat de geur meteen verandert en een warme citrusnoot krijgt die mild en vriendelijk is.
Terwijl dit mengsel trekt, klop je in een aparte kom de slagroom luchtig. Het hoeft niet helemaal stijf te zijn, maar wel stevig genoeg om bovenop te blijven liggen. Neem vervolgens de glazen erbij en schenk de warme koffie rustig in. Haal de sinaasappelschil uit de pan en werk de drank af met een flinke lepel slagroom. Rasp er een beetje pure chocolade overheen en serveer het meteen. Het is een eenvoudig recept dat zich richt op smaak en warmte.