Smelt de boter op laag vuur met de honing en laat even afkoelen.
Klop de eieren met de suiker luchtig in ongeveer vijf minuten. Voeg daarna de vanille toe.
Zeef de bloem samen met het bakpoeder boven het eimengsel en spatel dit er rustig doorheen. Voeg dan de gesmolten boter toe en roer tot een glad beslag.
Dek de kom af en laat het beslag minstens een uur, liefst langer, rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius. Vet de madeleinevorm in met een klein beetje boter.
Vul de vormpjes tot tweederde met beslag, het liefst met een spuitzak voor gelijkmatige verdeling.
Bak ze 8 tot 12 minuten, tot de randjes goudbruin zijn en de bekende ‘bult’ zichtbaar is. Laat volledig afkoelen.
Smelt de chocolade au bain-marie. Doop elk cakeje met de onderkant in de chocolade en leg ze op een rooster of bakpapier tot de chocolade hard is. Eventueel kun de chocolade ook over de koekjes voorzichtig gieten, en de koekjes dan laten afkoelen op een rooster.