Verwarm de oven voor op honderdzeventig graden. Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Vet de randen in met boter.
Verkruimel de koekjes fijn en smelt de boter. Meng de boter met de kruimels en een snufje zout. Verdeel dit mengsel over de bodem van de springvorm en druk goed aan met de achterkant van een lepel. Zet dit tien minuten in de voorverwarmde oven. Haal eruit en laat afkoelen.
Klop de roomkaas met de suiker romig. Voeg daarna één voor één de eieren toe. Meng dan het vanille-extract, citroensap en de zure room erdoorheen. Tot slot de maïzena, goed roeren tot het mengsel glad is.
Giet het mengsel op de afgekoelde bodem. Wikkel de buitenkant van de springvorm in aluminiumfolie. Zet de vorm in een diepe braadslede en giet daar heet water in tot halverwege de springvorm. Zo voorkom je barsten. Bak de taart in ongeveer vijfenzeventig minuten gaar. Hij mag in het midden nog een beetje wiebelen.
Laat de taart in de oven afkoelen met de deur op een kier. Daarna nog minstens vier uur in de koelkast. Liefst een hele nacht.