Doe de bloem in een kom, voeg het zout toe en meng kort. Giet het water en de olie erbij en kneed tot een soepel deeg. Dit duurt ongeveer tien minuten. Laat het deeg minstens een half uur rusten onder een doek.
Meng in een kom de appelpartjes met citroensap, suiker, kaneel en eventueel de rozijnen. Rooster het paneermeel kort in een koekenpan met een eetlepel boter tot het goudbruin is. Laat afkoelen.
Leg een doek op je werkblad en bestuif deze licht met bloem. Rol het deeg uit met een roller en trek het daarna voorzichtig uit met je handen. Werk van binnen naar buiten tot het zo dun is dat je er bijna doorheen kunt kijken.
Verdeel het paneermeel over het onderste derde deel van het deeg. Leg de appelvulling erop. Laat aan de randen wat ruimte. Besprenkel met gesmolten boter.
Gebruik de doek om het deeg voorzichtig op te rollen. Leg de rol met de naad naar beneden op een bakplaat met bakpapier. Bestrijk de bovenkant met gesmolten boter. Bak de strudel in een voorverwarmde oven op honderdtachtig graden voor ongeveer veertig minuten.
Laat even afkoelen en serveer met poedersuiker, vanillesaus, slagroom of een bol roomijs.